Wat is een maagballon?
Een maagballon is een alternatief voor een maagverkleining. Het grote voordeel is dat het inbrengen van een maagballon geen operatieve ingreep is.
De maagballon is, zoals de naam het zegt, een ballon die ingebracht wordt in je maag. Deze ballon is gemaakt van duurzame silicone en erg glad. In principe kan hij dus geen beschadigingen veroorzaken in de ingewanden.
Die ballon, die in de maag drijft, zorgt voor een vol gevoel. Je zult je dus sneller verzadigd voelen en minder eten. Tegelijkertijd vertraagt hij ook de voedseltransport naar de maag.
Plaatsing
De plaatsing van de maagballon duurt ongeveer een halfuur. Het inbrengen en het verwijderen van een maagballon gebeuren via de mond. Als de ballon is ingebracht, vult de chirurg hem met een steriele zoutoplossing. Daardoor is de ballon te groot om in de darm te komen. Je mag de maagballon maximum zes maanden in je maag laten.
Vlak na de plaatsing van een maagballon worden vrijwel alle patiënten misselijk. Het lichaam ervaart de ballon immers als een vreemd voorwerp. De misselijkheid kan ongeveer een week aanhouden.
De ballon is gevuld met fysiologisch zout en een lichaamsvriendelijke kleurstof. Als de ballon lekt, krijgen de ontlasting en de urine een andere kleur, zodat je weet dat je contact moet opnemen met je arts.
Complicaties en nadelen
– misselijkheid en braken
– niet verdragen van de maagballon
– lek van de maagballon
– maagperforatie of volledige blokkering van de maag
– tijdelijk (maximum zes maanden)
– na het verwijderen van de ballon komt het overgewicht vaak weer terug
Wie komt in aanmerking?
Zwaarlijvige patiënten van wie het BMI te laag is om in aanmerking te komen voor obesitaschirurgie (met een BMI tussen 35 en 40) of waarbij een chirurgische ingreep niet mogelijk is, zijn vaak geholpen met een maagballon.
Een maagballon wordt vaak ook gebruikt ter voorbereiding op een chirurgische ingreep, om de risico’s van de operatie in te perken.
Wat is een liposuctie?
Een liposuctie of een liposculptuur is een chirurgische ingreep waarbij onderhuids overtollig vet verwijderd wordt. Het is een van de meest voorkomende plastische chirurgische ingrepen.
Een liposuctie verwijdert ongewenste vetophopingen door onderhuids vet weg te zuigen. Meestal gaat het om plaatselijke ophopingen van vet bij personen die over het algemeen niet echt zwaarlijvig zijn.
De ingreep is niet bedoeld voor het verminderen van overgewicht. Als je te dik bent en een liposuctie wilt ondergaan, kun je best eerst vermageren. Alle lichaamsdelen komen voor een liposuctie in aanmerking: dijen, heupen, buik, armen, hals, rug, knieën, kuiten, enz.
De resultaten van een liposuctie zijn blijvend. Door middel van een liposuctie worden immers alle vetcellen verwijderd. Na de ingreep maakt het lichaam geen nieuwe cellen meer aan.
Operatie
Met kleine buisjes worden via kleine incisies de onderhuidse vetophopingen weggezogen. Er bestaan ook andere technieken, waarbij men gebruik maakt van geluidsgolven (ultrasonen) en mechanische trillingen (vibro-liposculptuur) om de zuigbuizen gemakkelijker door de weefsels te laten glijden.
Een van de voorwaarden om de operatie te kunnen ondergaan is dat de huid er voldoende elastisch voor is. Als de huid niet elastisch is en de patiënt last heeft van cellulitis of sinaasappelhuid , kan men wel kiezen voor een dermolipectomie, het wegsnijden van vet. Het grote nadeel is dat er dan lange littekens achterblijven.
Na de ingreep moet je vier tot zes weken lang elastische onderkleding dragen, om de huid goed op de onderlaag te laten kleven.
Bijwerkingen
Na de operatie is de huid gezwollen en gevoelig. Soms zijn er verhardingen, die pas weken of maanden na de ingreep verdwijnen. De huid kan ook tijdelijk gevoelloos worden.
Het definitieve resultaat van de liposuctie wordt pas echt duidelijk zes tot negen maanden na de ingreep.
Wat is Scopinaro?
Een biliopancreatische derivatie is de meest drastische operatie ter behandeling van obesitas. Vanwege de vele complicaties wordt de ingreep bijna niet meer toegepast. De operatie wordt doorgaans ‘Scopinaro’ genoemd, naar de chirurg die de ingreep in 1976 voor het eerst uitvoerde.
Bij een Scopinaro wordt eerst een groot deel van maag (ongeveer de helft) weggenomen, zodat de patiënt minder zal kunnen eten. Vervolgens wordt, net zoals bij de gastric bypass, een deel van de dunne darm omgelegd (bypass). Het laatste deel van de dunne darm aan het resterende deel van de maag vastgemaakt. Omdat het risico op galstenen na deze ingreep erg groot is, wordt ook de galblaas verwijderd.
Het gewichtsverlies komt op twee manieren tot stand. Enerzijds zal de patiënt zelf minder eten ten gevolge van zijn verkleinde maaginhoud. Anderzijds blijft het gewichtsverlies bestaan door de malabsorptie. Door de bypass vermengt het voedsel zich pas later met de gal- en pancreassappen, waardoor het lichaam minder vetten en koolhydraten opslaat.
Nadelen en complicaties
• Naadlekkage
• Risico op wondbreuk (scheur in de buikwand, kan uiteindelijk leiden tot buikvliesontsteking, wat zeer gevaarlijk is)
• Maagzweren
• Vaak diarree (vooral na vettig eten) en stoelgang met een hinderlijke geur
• Risico op vitamine- en mineralentekorten
• Risico op maagzweer op de overgang tussen maag en dunne darm
• Eiwittekorten
• Dumpingsyndroom: buikkrampen bij consumptie van suikers
• …
Wat is een gastric bypass?
Een gastric bypass of maagomleiding is een chirurgische ingreep die vaak gebruikt wordt voor de behandeling van morbide obesitas oftewel ziekelijke zwaarlijvigheid. Het is de bedoeling om via de ingreep de voedselinname sterk te beperken.
Operatie
Bij een gastric bypass wordt er een maagzakje of voormaag van ongeveer 15 ml gemaakt, dat volledig gescheiden is van de rest van de maag. Dit voorzakje wordt met nietjes gesloten.
Vervolgens kort de chirurg de dunne darm in. De dunne darm wordt doorgesneden, waarna het onderste deel verbonden wordt met het maagzakje. Op deze manier worden de maag en de twaalfvingerige darm (het voorste gedeelte van de dunne darm) overbrugd of gebypassed, zodat hier geen voedsel meer langs passeert.
Zo komt het voedsel pas later in contact met de verteringssappen van maag, gal en alvleesklier, waardoor de absorptie van voedingsstoffen en vooral suiker in het lichaam wordt teruggeschroefd. Dit fenomeen heet malabsorptie.
Om deze ingreep uit te voeren, maakt de chirurg gebruik van een laparascopie (kijkoperatie). Via een endoscoop controleert hij de buikholte. Zo zijn er minder incisies in de buik nodig, waardoor de patiënt sneller herstelt.
Hoe geraak je gewicht kwijt?
Een gastric bypass moet ertoe leiden dat de patiënt zijn voedselinname sterk gaat verminderen. Dat gebeurt op drie verschillende manieren.
1. De patiënt zal zich snel vol voelen. Het maagzakje is immers klein, waardoor de patiënt minder voedsel zal innemen.
2. Het hongergevoel neemt af. Het maagzakje is afgescheiden van de maag, waardoor er een verminderde productie van het hongerhormoon ontstaat.
3. De patiënt zal minder de neiging hebben om te snoepen. Bij de consumptie van suikers zal de patiënt namelijk een onbehaaglijk gevoel krijgen. Dat noemen we het dumpingsyndroom. De reden hiervoor is dat het voedsel van het maagzakje rechtstreeks in de dunne darm terecht komt. De patiënt krijgt hetzelfde gevoel als hij te snel eet. Bij de ene patiënt is het gevoel erger dan bij de andere.
Resultaat
Na een jaar tijd zijn de meeste patiënten al meer dan 70% van hun overgewicht verloren. De eerste maanden is het gewichtsverlies het grootst. De patiënt zal nog tot zo’n 18 maanden na de operatie vermageren. Daarna stabiliseert het gewicht.
Complicaties
• De nietjeslijn kan breken, buikhernia, interne buikinfectie.De maag kan lekken in de buikholte, ten gevolge van een naadlekkage. Zo kunnen de maagzuren andere organen bereiken, wat erg gevaarlijk is.
• Ten gevolge van het snelle gewichtsverlies kan de patiënt galstenen krijgen.
• Levercirrose, nierziekten, enz.
• Door een tekort aan bepaalde voedingstoffen kunnen ziektes ontstaan als osteoporose en botziekten.
• Het dumpingsyndroom is in de meeste gevallen niet zo erg omdat het patiënten ervan weerhoudt te gaan snoepen. In erg zeldzame gevallen kunnen de gevolgen echter erg onaangenaam zijn. De symptomen hiervan zijn misselijkheid, een zwak gevoel, bleekheid, zweten en diarree na het eten.
Wat is een maagband of maagring?
De maagband is een van de bekendste chirurgische ingrepen voor de bestrijding van morbide obesitas. Een maagband (gastric banding) is een band van silicone die in het bovenste deel van de maag wordt gelegd, om zo een klein maagje te creëren boven de rest van de maag. Op die manier wordt er een zandlopereffect bekomen.
Ingenomen voedsel komt eerst in het kleinste deel van de maag terecht, waardoor de patiënt sneller een vol gevoel krijgt en minder kan eten. Langzaam stroomt het voedsel dan door naar de rest van de maag, waar het normaal verteerd kan worden.
Meestal plaatst de chirurg de maagring door middel van een kijkoperatie (laparoscopie) onder volledige verdoving. In enkele gevallen, bijvoorbeeld als er teveel vet rond de maag zit, gebeurt de plaatsing via een grote incisie.
Aan de binnenkant van de maagband zit een verstelbare ballon die via een leiding verbonden is met een reservoir (poortje). Dit poortje wordt tijdens de ingreep in of op de buikspier geplaatst. De dokter kan de maagring groter of kleiner maken door via dit poortje steriele vloeistof bij te spuiten of de ballon te ledigen.
Voordelen
Van alle maagverkleinende operaties is de maagband de minst ingrijpende. Na enkele dagen kan de patiënt het ziekenhuis al verlaten.
Bovendien kan de dokter zonder een operatie de maagring vergroten of verkleinen. Op die manier is het risico op voedseltekorten veel kleiner. Zo kan de chirurg tijdens een zwangerschap de ring zo groot mogelijk maken omdat het dan noodzakelijk is dat de toekomstige moeder voldoende voedsel binnenkrijgt.
Het risico op complicaties is bij een maagband veel kleiner dan bij een maagverkleining. Zo is er bijvoorbeeld geen risico op loslatende hechtingen.
Het is ook mogelijk om de band achteraf te verwijderen. In de meeste gevallen zal de maag dan zijn oorspronkelijke vorm terug aannemen.
Nadelen en risico’s
Doordat men de maag gaat dichtknijpen met een ring kan men vanzelfsprekend geen grote hoeveelheden voedsel in één keer verwerken. Meestal eten patiënten met een maagring meerdere keren per dag kleine hoeveelheden voedsel. Houd er dus rekening mee dat op restaurant gaan niet meer zo vanzelfsprekend is. Ook in een keer een portie biefstuk met frietjes eten zal niet meer mogelijk zijn.
Helaas betekent minder eten niet altijd gezonder eten. Sommige mensen met een maagband eten wel degelijk minder, maar hun maaltijden bestaan vaak uit snoep of ongezond eten. Dit kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Net zoals bij een dieet moet je gedisciplineerd met voeding kunnen omgaan, anders heeft de maagband weinig effect.
Bovendien blijft het plaatsen van een maagring een operatie waarbij, zoals bij elke operatie, risico’s aan verbonden zijn (longembolie, hartproblemen, wondinfecties, …).
Ook kan de maagwand achteraf beschadigd worden door de band, het reservoir kan ontsteken, de band kan gaan lekken of de ring kan verschuiven. Hierdoor moet de band soms achteraf verwijderd worden.
Omwille van dat risico op complicaties, heeft de gastric bypass de laatste jaren sterk aan populariteit gewonnen ten opzichte van de maagband.